Ga naar de inhoud Ga naar de voettekst

INTERVIEW | Bert van Hunenstijn: “Ik denk dat ik bij HHC een aantrekkelijk voetballend- en stabiel team heb achtergelaten.”

Het is de dag waarop DVS’33, club uit de woonplaats van Bert van Hunenstijn, de eerste halve finale van de promotie/degradatie-wedstrijden tegen Kozakken Boys afwerkt. Voor de ex-trainer/coach van HHC Hardenberrg is het een heerlijke dag vol ontspanning. Een dinertje bij restaurant de Dorpskamer, waar regelmatig voetbalcoryfeeën te vinden zijn, is daar een welkom onderdeel van. Een lekker glaasje bier wegtikken en een sateetje verorberen terwijl er wordt terug gekeken naar twee jaar Hardenberg. Van Hunenstijn doet het op ontspannen manier, met humor en in het besef dat je niet alles in het leven zelf in de hand hebt. Maar veel wel, en daarom is het leven er voor hem sinds het coronavirus zijn intrede deed behoorlijk anders uit gaan zien. Zo liet hij zijn job bij de NS achter zich voor eentje in het onderwijs, transformeerde hij zijn vakanties tot zoektochten naar de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog en ruilde hij tweede divisionist HHC in voor Tweede Klasser v.v. Hierden.

Ik zou me kunnen voorstellen dat je teleurgesteld bent over het feit dat HHC niet verder met je wilde. Is dat ook zo?
“Als je bij een Tweede Divisieclub werkt en je weet dat er daarvan niet heel veel zijn, dan is het wel logisch dat als je na in totaal pakweg twintig wedstrijden eigenlijk al te horen krijgt dat men niet met je door wilt. Dat is ook teleurstellend . Anderzijds wist ik toen ik tekende al, dat er binnen de club, met name de TC leden Evers en Nijeboer, een stroming was die graag ging voor een jonge trainer. Met name vanwege zaken als vastleggen van data, gebruik van video et cetera. De faciliteiten waren wel aanwezig bij de club, maar ze werden niet allemaal gebruikt. Het was uiteindelijk Gert Heerkes, die de echte voetbalman binnen de TC van de club is, dat men uiteindelijk tóch voor mij koos in 2020. Dit omdat ik aantoonde ook zeer actief bezig te zijn met die data en video.

Ik kreeg het team zo ver dat het de baas werd tijdens veel wedstrijden.

Dat eerste seizoen was al over voor je koud begonnen was.
“Ja na een wedstrijd of zes gooide corona alles overhoop. Het kwam neer op langdurig proberen op allerlei manieren de selectiespelers gemotiveerd en fris houden en eigenlijk lange tijd zonder vooruitzicht. Voor mijn manier van werken in die periode heb ik binnen de club ook de nodige complimenten mogen ontvangen.”

Toen begon het tweede seizoen en toen dat zo’n veertien wedstrijden onderweg was, kwam plotseling het nieuws naar buiten dat HHC en jij gingen scheiden. Hoe is die beslissing tot stand gekomen?
“In die periode, november/december is het normaal dat clubs, trainers en spelers hun voelhorens gaan uitsteken voor het seizoen er na. Ook ik werd toen al door enkele clubs benaderd. Gewoon, geen onderhandelingen, maar voorzichtig aftasten. Ik besloot daarom bij HHC te informeren naar hun plannen voor het volgende seizoen.”

Je stond op dat moment, na een stroeve start in de middenmoot van de Tweede Divisie. Had die positie invloed op de beslissing van de club?
“Dat zou je bij de club moeten vragen. Ik gaf in ieder geval aan dat ik dacht de club stabieler te hebben gemaakt. Vooral de organisatie rond het eerste team. Ik ben weliswaar geen “jonge trainer”, maar gebruik wel de moderne middelen waar zij vaak om geroemd worden.”

Ik ben weliswaar geen “jonge trainer”, maar gebruik wel de moderne middelen waar zij vaak om geroemd worden.

Vertaalde zich dat ook in de wijze van voetballen?
“Ik ben er eigenlijk het meest trots op dat ik het team van enigszins reactief voetbal naar actief voetbal heb gebracht. Ik kreeg het team zo ver dat het de baas werd tijdens veel wedstrijden. Zelfs in de uitwedstrijd bij Katwijk waren wij bij vlagen het spelbepalende team.”   

Uiteindelijk ben je “best of the rest” geworden. Ofwel, op één amateurclub in Nederland na de beste van het land.
“Dat is wel het resultaat ja, maar dat hebben we dan wel met zijn allen gedaan. Het is ook de tweede plaats van de TC en de spelersgroep. Maar, wat ik zojuist al wel zei: het was mooi om het proces te zien waarin we naar beter voetbal gingen. In feite heb ik nog maar één keer met de groep gezeten, omdat ik niet tevreden was. Dat was na de 5-0 oorwassing in Rijnsburg. Toen heb ik de vraag voorgelegd of we vol wilden doortrekken met verbeteren en een mooie eindpositie zien te halen of de boel op zijn beloop laten en ergens in de middenmoot eindigen. Toen heeft het team het goed opgepakt.

Is het dan niet lastig om als als trainer van de nummer twee van het amateurvoetbal een seizoen later in Tweede Klasse te gaan beginnen ?
“Je moet je realiseren dat er een gat zit tussen de Tweede Divisie en de Tweede Klasse. Maar heel veel processen waar je mee te maken krijgt zijn hetzelfde. Ook bij v.v. Hierden kijk ik straks naar hoe we de dingen doen en wat er beter kan. Zowel in de organisatie rond het team als binnen het team. En dat is ook bij een Tweede Klasser leuk om te doen.”

ga ik dan maar niks doen, wat ik door corona toch al te lang heb meegemaakt of gooi ik mijn enthousiasme, ervaring en kennis in de strijd bij een Tweede Klasser die mij graag hebben wil. Ik koos voor het laatste.”

Had je niet liever op een hoger niveau gebleven?
“Als je dat al wil, moet er ook gelegenheid voor zijn. Mede door corona is er niet zo heel veel geschoven door en met trainers. En laten we eerlijk zijn; bij een aantal topclubs waar de resultaten niet naar tevredenheid werd gepresteerd werd tijdens het afgelopen seizoen een nieuwe trainer aangesteld waar men komend seizoen mee door wil. Dan komt er geen ruimte. En dan is voor mij de keuze: ga ik dan maar niks doen, wat ik door corona toch al te lang heb meegemaakt of gooi ik mijn enthousiasme, ervaring en kennis in de strijd bij een Tweede Klasser die mij graag hebben wil. Ik koos voor het laatste.”

Heb je nog wel met de ambitie eens hogerop in het amateurvoetbal te trainen?
“Ja absoluut! Ik richt me voorlopig op v.v. Hierden. Die club verdient al mijn aandacht. Wat er verderop nog gaat gebeuren, weet ik ook niet. Gert Jan Karsten zei het onlangs wel mooi. Hij zei (in de Topamateurvoetbal-podcast, red.): “Ooit wil ik bij een échte topclub op de bank zitten.” Dat zegt iets over HHC, waar men zelf ook niet vindt dat men dat is. Dat is eerlijke bescheidenheid die past bij HHC. Natuurlijk bedoelt Karsten clubs waarvan we allebei weten welke dat zijn. Mocht ik die kans ooit krijgen, dan zou ook bij mij de afstand geen probleem zijn, want dan maak je er gewoon echt voor honderd procent je werk van. Maar ach, of je daar ooit komt hangt van zo veel deels ongrijpbare factoren af. Ik ga er niet dagelijks over nadenken.”

Eerst op zoek naar de grote slagvelden van de Tweede Wereldoorlog?
“Ja, je weet dat ik al vaker in Normandië en de Ardennen ben geweest. De Grebbelinie opzoeken; ook heel interessant. Al die veldslagen, het fascineert me enorm. Weer heel wat anders dan die op een voetbalveld!”